Waarde en prijs
Kijken we naar de beurskoersen dan zien we een daling van 45% van de AEX in vergelijking met een jaar geleden. Deze constatering is echter geen bevestiging van de waardedaling van de ondernemingen. Immers koersen geven de prijzen weer en niet de waarden van ondernemingen. De economische waarde van een onderneming is de som van de contante waarden van de toekomstige geldstromen die een onderneming kan genereren. De huidige crisis heeft grote impact op de economie wereldwijd en bedrijfsresultaten staan fors onder druk. Toch zijn alle economen het er over eens dat de crisis van korte duur is en dat het herstel in 2010 zal inzetten waarna er in 2011 weer “normale” economische verhoudingen zullen zijn. De prijzen van de beursgenoteerde aandelen komen tot stand door vraag en aanbod. De daling van de beurskoersen is een gevolg van een afnemende vraag op de aandelenmarkt. De actuele ondernemingsrisico’s hebben direct invloed op de prijs.
Hoe zit dat bij niet beursgenoteerde aandelen? Ik kan dit het best duidelijk maken aan de hand van een rekenvoorbeeld. Onderstaande onderneming had voor de economische crisis een verwachte vrije geldstroom van € 100 per jaar. De verwachting was dat deze jaarlijks zou stijgen met de langjarige verwachting voor de inflatie. De rendementseis op het vermogen is bepaald op 16%.
Kijken we naar de berekening van de waarde van deze onderneming dan komen we uit op € 740,74 op tijdstip t=0 en op € 759,26 op t=1, hetgeen logisch is want de waarde is gelijk toegenomen aan de inflatieverwachting.
Naar aanleiding van de economische crisis zijn de resultaten voor deze onderneming bijgesteld. De vrije geldstroom in jaar 1 is nul en de vrije geldstroom in jaar twee bedraagt 50.000 Vanaf jaar drie zal de onderneming de oude draad weer op kunnen pakken. De berekening van de waarde ziet er dan als volgt uit.
De waarde bedraagt € 615,52 op t=0. Dit impliceert een waardedaling van 17%. Een forse daling maar niet dramatisch. Kijken we naar het verschil op t=1 dan is de waardedaling nog maar 6%. Logischerwijs zijn de waarden op t=2 weer gelijk aan elkaar want dan zijn ook de toekomstverwachtingen weer gelijk. Terug naar de centrale vraag: is de waarde van ondernemingen drastisch gedaald als gevolg van de economische crisis? Het rekenvoorbeeld leert dat de daling in de contante waarden van de toekomstige vrije geldstromen nogal meevalt.